marianne-in-spanje.reismee.nl

Guernica

Vandaag was een indrukwekkende dag! Ik had gisteren al verteld over het schilderij “Guernica” van Picasso. Ik had er wel eens een plaatje van gezien. Ik ben niet zo’n Picasso fan en dit schilderij vond ik helemaal afschuwelijk! Nou dat klopt ook wel, want dat was precies de bedoeling van Picasso. Het drama weergeven van wat er op 24 april 1937 in het kleine stadje Guernica, een half uurtje van Bilbao, is gebeurd.

Het was de tijd van de Spaanse burgeroorlog. Franco was bezig van Spanje een dictatuur te maken. Er was veel verzet tegen zijn regime, vooral van de Basken. De belangrijkste stad van voor de Basken was Guernica. Daar was van oudsher hun parlement gevestigd. Onder de eikenboom, in de tuin van het parlementsgebouw kwamen de hoofden van de verschillende deelstaten van Baskenland bij elkaar om nieuwe wetten te maken en trouw te beloven aan hun meerderen. Al eeuwenlang hadden de Basken een autonome positie. Dat was Franco een doorn in het oog. Daarom vroeg hij zijn partners in crime, Hitler en Mussolini om Guernica te vernietigen. Dat kwam beide schurken goed uit. Ze waren al een oorlog aan het voorbereiden en ze wisten dat precisiebombardementen van doorslaggevend belang zouden zijn. Ze gebruikten dus het bombardement op Guernica als een generale repetitie. De aanval werd op maandag uitgevoerd, omdat het dan markt in het stadje was. De boeren uit de verre omgeving kwamen dan hun waren op de markt verkopen. Dus het was heel druk. Omdat de burgemeester wel een vermoeden had dat er ooit een aanval op zijn stad zou komen, had al een schuilkelders laten bouwen. En toen kwamen er een paar eskaders bommenwerpers hun dodelijke vracht midden in het centrum afwerpen. Tonnen met bommen werden afgeworpen. De mensen vluchtten naar de schuilkelders, maar die waren niet bestand tegen zoveel geweld. Na de bommenwerpers kwamen er vliegtuigen heel laag over om alles wat nog bewoog neer te schieten met mitrailleurs. Alles stond in brand. De overlevenden, die wilden vluchten werden alsnog neergeschoten. Het was het eerste bombardement in de menselijke geschiedenis in Europa, waarbij gewone burgers het doelwit waren. Een Duitse commandant beweerde dat het om de strategisch gelegen brug ging, maar die bleef helemaal in tact! Ook de aanwezige munitiefabriek bleef ongedeerd. Het was echt de bedoeling om de mensen daar uit te roeien! Franco heeft het bombardement altijd ontkend. Hij beweerde dat het die dag te slecht weer was voor de vliegtuigen om op te stijgen. Ruim duizend mensen, vooral vrouwen en kinderen kwamen om. Daarna kwam Baskenland in handen van Franco. De Baskische taal werd verboden. Alle privileges werden opgeheven. Zelfs op het kerkhof moesten de Baskische teksten van de graven verwijderd worden en vervangen door Spaanse teksten.

3 maanden na het bombardement maakte Picasso het schilderij. Hij wilde de chaos laten voelen als je naar het schilderij kijkt. Het is in lijnen en vlakken in zwart, wit en grijs geschilderd om de oorlog uit te drukken. Hij wilde het gevoel uitdrukken, niet het bombardement zelf.

Het schilderij is universeel, omdat het de angst, de pijn, de wanhoop en alle emoties laat zien van alle oorlogen ter wereld. Het is over de hele wereld tentoongesteld, ook in het Stedelijk in Amsterdam. Nu hangt het alweer 10 jaar in een museum in Madrid. De bewoners van Guernica hebben allerlei pogingen kndernomen om het schilderij naar hun stad te krijgen. Daar hoort het thuis. Dat zal nooit gaan lukken. In plaats daarvan is er op een muur een tegelplateau gemaakt waarop de afbeelding op ware grootte wordt afgebeeld. (3.49x776cm)

En nu was ik dus vanmorgen in dat stadje, waar die gruwelen zich hebben afgespeeld. Er is niets meer van te zien, alleen is er een route door het stadje, waar heel grote foto’s staan met de verwoeste plekken. Het heeft een enorme indruk op me gemaakt.

Het stadje is enig. Heel gezellig met veel terrasjes en barretjes. Ik ben expres op maandag gegaan, want dan is het daar nog steeds marktdag. Ik ben ook in het parlementsgebouw geweest en heb de eikenboom gezien. Uiteraard niet meer de originele, maar hij speelt nog steeds een heel belangrijke rol in het leven van de Basken.

Daarna ben ik doorgereden naar Santillana del mar. Een droom van een Middeleeuws stadje. Allemaal huizen van hobbelige stenen gemaakt, evenals de straten. Het is erg leuk, maar het loopt heel beroerd. De GPS gaf aan hoe ik moest rijden, maar ik kwam door een stadspoort en daar was een klein hobbelstraatje waar het zwart zag van de mensen. Want tja, het was wel weer een soort Volendam. Ik geef nooit op, maar nu durfde ik echt niet verder te rijden. Ik heb de auto maar ergens aan de kant gezet en ben naar mijn overnachtingsplek gelopen. Dat was vlak bij het hoofdplein. De eigenares zei dat ik gewoon tot voor de deur kon rijden. Dan zou ze mij een parkeerplek aanwijzen. Dus ik weer terug en toen voetje voor voetje (hoe zeg je dat voor een auto?) naar huize Angelica gereden. Koffer eruit en honderd meter verder was een privé parkeerplek!!!!! Diepe zucht.

Dus ik zit hier nu in mijn middeleeuwse kamer in een middeleeuws huis, enig! Wat minder leuk is is dat het onweert en giet van de lucht. Nou ja, ik hoop dat het morgen weer mooi is!


Fietsen en Guggenheim

Vanochtend meldde ik me om 10.00 uur bij de fietsenwinkel voor de fietstocht met gids. De gids had zich op het laatste moment ziek gemeld, dus dat ging niet door. Bah, even teleurgesteld, maar toen zei de innerlijke GPS:”herberekenen?” O.k. Toen maar zelf gaan fietsen op de huurfiets. Het was goed fietsweer. De afgelopen dagen was het steeds 37 graden en vandaag 21!

Langs de rivier kun je kilometers fietsen op mooi aangelegde paden. Ik ben niet zo van het fietsen, zeker niet omdat er nu geen uitleg bij was. Na anderhalf uur vond ik het wel genoeg en heb de fiets weer ingeleverd.

En toen en toen........ naar het Guggenheim!!!!!!!!!

Allemachtig, wat was dat een belevenis! En dan te bedenken dat ik het eigenlijk bij de buitenkant wilde laten. Wat een onvoorstelbaar mooi gebouw is dat. Het komt zeker in het ruitje te staan van de piramides, de Taj Mahal, de Sint Pieter enz.

Het is ontworpen door de Amerikaans/Canadese architect Frank Gehry. Toen hij de opdracht kreeg heeft hij het hele museum op een servetje in een bar getekend zonder zijn potlood van het papier te halen! Ongelooflijk is dat! Je hoort dat vaker van grote musici, beeldhouwers en schilders, dat het werk zichzelf eigenlijk maakt. De artiest is eigenlijk alleen het medium waardoor het kunstwerk a.h.w. tot leven wordt gewekt.

Maar ja bij zo’n immens gebouw blijft het niet bij een idee. Er moeten ontzettend veel technische hoogstandjes worden verricht om zo’n gebouw te kunnen maken. Het geheel bestaat uit glas, steen, staal en titanium. De buitenkant bestaat bijna geheel uit titanium platen, die over elkaar heen vallen, als visschubben. De platen zijn ook niet glad, maar een beetje gebobbeld. Ze zijn goudkleurig. Ze zijn maar enkele millimeters dik. Er is een jaar geëxperimenteerd om de juiste hardheid en kleur te krijgen. De platen lopen ook een stukje door naar de binnenkant, zodat binnen en buiten naadloos in elkaar overlopen. Bij elke weersgesteldheid verandert het gebouw van kleur. Werkelijk schitterend. Gehry hoort bij de school van het Destructieve. Deze architecten willen in hun gebouwen de onzekerheid van deze tijd aangeven. Daardoor is niets in het gebouw recht. Alles is gemaakt met bogen en vloeiende lijnen. Dat was bouwkundig een enorme uitdaging. Eenmaal binnen kom je in het atrium. Een enorme kegelvormige hal, helemaal van glas. Aan de randen zijn trappen en loopbruggen gemaakt. Overal waar je loopt zie je alles. Zowel binnen als buiten. Ook zijn er liften. De lift zelf gaat recht, maar de schachten zijn ook gewelfd. Als het atrium van normaal glas zou zijn, dan was het binnen natuurlijk niet uit te houden van de hitte. Dus is er een jaar gezocht naar speciaal glas, waar zonwering in is verwerkt, zonder dat het glas zijn helderheid verliest. Echt ongelooflijk. Overal zijn deuren, waardoor je buiten op terrassen komt. Op elk van de drie verdiepingen. Het gebouw staat in het voormalige havengebied aan de rivier de Nervion. Langs de terrassen lopen een soort grachten en meteen daarna begint de rivier. Het lijkt dus net of het hele gebouw als een schip op het water drijft. Het is niet te beschrijven hoe ingenieus dit gebouw in elkaar zit.

En dan zijn er natuurlijk de zalen met de kunstwerken. Sommige werken zijn prachtig, sommigen raadselachtig. Maar het is een onvoorstelbare belevenis om hier te zijn.

Tja en dan ga ik morgen Baskenland verlaten. Ik ga dan naar de volgende provincie:Cantabrië. Naar Santillana del Mar, volgens zeggen het mooiste kustdorpje van heel Spanje, dus ik ben heel benieuwd.

Ik maak nog even een omweggetje naar Guernica. Ik hoor sommigen van jullie denken:”He, Guernica, dat is toch dat beroemde schilderij van Picasso?” Ja, dat klopt!

Morgen meer daarover!

Leuk cliffhangertje he???


,

Bilbao verkennen

Vandaag dus de stad een beetje verkend. Ik zeg een beetje, want het was weer zo heet, dat de zin om veel te lopen me verging. Ik dacht dat het hier in het noorden wat koeler zou zijn!!! Nou forget it! Ik heb heel veel kerken bezocht, omdat het daar zo heerlijk koel was!!! Voor de deur van mijn vissershuisje is een bushalte. De bus bracht me in ongeveer 10 naar het metrostation. Ook hier weer allemaal van die mooie pleinen met klaterende fonteinen en prachtige bloemperken. Nog 1 halte met de metro en toen was ik in casco viejo, de plek waar Bilbao is ontstaan. Er waren eerst maar 3 straatjes, dat werden er later 7. Vroeger was dat hele deel helemaal ommuurd. Het hart wordt gevormd door de Plaza Nueva, een heel groot langwerpig plein met 64 bogen. Eigenlijk net zo als in alle Spaanse steden. Onder de bogen was het gezellig druk en heerlijk koel. En het was weer de ene pintxos bar na de andere! Ik ben toch maar gewoon met koffie begonnen! Hier ook weer een labyrinth van smalle straatjes met kleine barretjes. Dwars door de stad stroomt een brede rivier, de Nervion. Ik had daar nog nooit van gehoord. Maar heel gezellig met allemaal bootjes die alle kanten op voeren.

Ik had gelezen dat hier de grootste overdekte markt van Europa was, dus zette ik mijn schreden daar natuurlijk heen. Nou en of hij groot was! Beneden allemaal pintxos bars. Je kon er over de hoofden lopen, zo druk was het. Boven was de vlees, vis en groentemarkt. Daar was het niet zo druk. Hier en daar was wel een Jugendstill raam te zien, maar deze markt mag dan wel de grootste zijn, die van Valencia vind ik 10x mooier. Daarna wilde ik naar de kerk van de heilige Begoña. Ook nooit van gehoord, maar vanaf daar had je een heel mooi uitzicht op de stad. Het waren 340 treden. Wat heb ik toch altijd met trappen????? Elke reis is het weer raak! Ik had drie treden gedaan, maar toen gaf ik het op. Ik had gelezen dat er ook een lift in de buurt was. Dus die ben ik toen maar gaan zoeken en voor €0,45 was ik enigszins boven. Maar om echt bij Begoña te komen moesten er toch nog wel het nodige geklommen worden. Tja, een mens moet over hebben voor een mooi uitzicht!!!!! Eerst maar weer even de kerk in om af te koelen. De kerk was prachtig, alles goud wat er blonk. Er was toevallig ook een trouwpartij. Kennelijk bekende mensen, want de kerk zat bomvol en er zong een enorm koor. Prachtig om mee te maken. Die huwelijken hier zijn ware modeshows! Er schuift van alles langs: tule, zijde, ook traditionele kleding van die dikke katoenen rokken met gouddraad en dat in die hitte! En allemaal op van die palen van hakken! En niet te vergeten die hoeden!!!!!!!van die Maximahoeden, recht, schuin, allerlei standen. Als een man wat wilde zeggen tegen zijn vrouw moest hij eerst onder die hoed duiken. Zo’n grappig gezicht!

Eenmaal weer buiten had ik inderdaad een prachtig uitzicht over Bilbao en kon ik heel goed die slingerende rivier zien. Hij vormt op het einde een estuarium van wel 30 kilometer. Daar is ook een stuk afgeschermd, omdat dat natuurlijk een paradijs is voor veel vogels.

Daarna weer lopend naar beneden. En dan kom je helemaal langs van die echte Spaanse barretjes. Heel sober en donker met twee tafeltjes en maar 5 soorten pintxos, maar wel veel echter dan beneden.

Ik nam 3 pintxos en een glas cider en ik was €6,00 kwijt. Beneden waren de pintxos €3,00 per stuk! Dat scheelt een slok op een borrel. Oh ja, de borrel: een glas cider! Dat wordt hier veel gemaakt, maar ik heb het niet zo veel zien drinken. De barkeeper pakt een glas en een fles cider. Die houdt hij heel hoog vast en dan mikt hij van grote hoogte de cider in het glas. Er ging geen druppel naast! Moet je geen Parkinson hebben! De bedoeling is dat de cider dan gaat schuimen. Nou dat gebeurde ook wel, maar het was heel snel weg. Ik vond het helemaal niet lekker. Een soort afwaswater, hoewel ik dat nog nooit heb geproefd ;-)

Ik heb ook nog wat pintxos meegenomen voor vanavond in mijn huisje met een lekker pilsje erbij. Morgen is mijn laatste dag in Bilbao. Ik heb een fietstour geboekt en ‘smiddags ga ik het Guggenheim van binnen bekijken.

Ik ga nu eens verzinnen waar ik maandag naartoe ga. Voorlopig geen steden meer.

Langs de kust naar Bilbao

Vanochtend om 10.00 uur naar Bilbao vertrokken. Ik had besloten om langs de kustweg te gaan. Dat is wel een heel eind om, maar het leek me leuk om langs die schattige kustplaatsjes te rijden en daar dan koffie te drinken en te lunchen.

Zo gezegd zo gedaan. Maar mijn GPS je had er niet zo’n in vandaag. Na een tijdje ontdekte ik dat ik al drie keer over dezelfde rotonde was gereden en dat de afstand naar Bilbao nog steeds dezelfde was. Natuurlijk ligt dat niet aan mijn GPS, maar aan mij. Zeker een afslagje over het hoofd gezien! Nou dat is hier niet zo gek, want het is echt een wirwar van rotondes, wegen en weggetjes. Het lukte me gewoon niet om naar Ondarroa te komen. Dat heb ik nog nooit meegemaakt. Nou ja, dan maar Zumaia ingetoetst, ook aan die kustweg en dat lukte wel. Ik had wel ongeveer een uur verloren door dat fout rijden. Het was ook nog eens enorm druk op de weg.

Dus had ik enorme trek in koffie gekregen en ik had ontiegelijke dorst. Mijn water was op, maar ik dacht dat koop ik wel in het eerste de beste dorpje. Nou vergeet het maar! Die dorpjes zijn zo klein en er zijn zo veel mensen die er naartoe willen dat ik werkelijk nergens een parkeerplek kon vinden! Dus dan maar weer doorrijden naar het volgende dorpje. De weg was schitterend: hoog boven de blauwe oceaan met blinkend witte stranden en een felblauwe lucht erboven. Helemaal top! De weg liep door bossen en alpenweiden. Echt het is zo vervreemdend om links die alpenweiden met de koeien te zien en dan beneden de zee. En daartussendoor prachtige bossen, die helemaal doorliepen tot aan het strand. Voor diegenen onder jullie, die niet kunnen kiezen tussen bergen, bossen en zee, moeten echt hier naartoe gaan.

Ondertussen zag ik sterretjes van de dorst. Onderweg was helemaal niks te koop en die dorpjes zaten vol. Het laatste dorpje, Lekeitio, was mijn laatste redding! Ik moest en zou wat drinken al moest ik de auto op zijn kant parkeren. En ik had geluk! Precies voor een strandtent ging iemand weg en ik weet niet hoe snel ik die auto heb ingeparkeerd. Helemaal schots en schoof, maar dat donderde even niet.

Oh, wat smaakte dat watertje lekker!!!!!!!!! En het volgende ook en.......... enz.

Toen op naar Begoña, de eigenares van mijn airbnbietje in Bilbao. Nou dat ging ook niet zonder slag of stoot, maar o.k. Ik ben er gekomenen ze stond me al op te wachten. Nou jongens, ik zit me toch op een superleuk plekje: aan de rivier in een oud vissershuisje. Eeeeeeeenig!!! Met balkenplafond, houten vloeren, een prachtige woonkamer, slaapkamer, woonkeuken en badkamer. Helemaal voor mij alleen!

De bus stopt voor de deur om naar de oude stad te gaan. De wijk waar ik nu ziet is de oude dokkenwijk, waar de schepen aanmeerden, gelost en geladen werden, vooral wol en ijzererts en gerepareerd werden en nieuw gebouwd. Een heel levendige wijk dus. Maar doordat de nieuwere schepen steeds meer diepgang kregen konden ze die dokken niet meer bereiken. Dus hebben ze de boel verplaatst naar de monding van de rivier.

Nu is deze wijk heel hip geworden met leuke barretjes en musea o.a. het wereldberoemde Guggenheim. Van waar ik nu zit is dat normaal gesproken een kwartiertje lopen, maar omdat het zo bloedheet was heb ik er wel wat langer over gedaan. Maar ja, ik wilde het heel graag zien. Ik kende het natuurlijk van de foto’s, maar zo in het echt is het helemaal super! Morgen ga ik de binnenkant bekijken. Ik ben niet zo gek op moderne kunst, maar ik ga vooral voor de architectuur.

Wat echt supersonisch mooi is, is het kunstwerk “puppy” van Jef Koons. Een 12 meter hoog hondje helemaal bedekt met bloemen. Werkelijk schitterend. Het staat op het plein voor de ingang van het museum.

Ik sprak met Pilar, een 84 jarige dame, geboren en getogen in Bilbo. (zo noemen de Basken hun stad) Ze vertelde dat ik bofte, want binnen in die hond zit een heel ingenieus drainagesysteem en dat was kapot. Dus alle plantjes moesten verwijderd worden, het systeem gerepareerd en daarna weer opnieuw ingeplant. Dat was net 2 weken geleden gebeurd.

Een paar huizen bij mij vandaan is een echt Baskisch restaurantje. Dat vertelde Begoña. Ik was er om 19.00 uur, maar het ging pas om 20.00 uur open. In deze wijk zijn helemaal geen toeristen dus ze passen de etenstijden niet aan. Ik om 20.00 uur weer terug. Toen stonden er wel honderd mensen voor de deur, niet om daar te te gaan maar om te zingen. Een paar hadden een fluit, een trommel, een accordeon, tamboerijnen en nog wat onbekende instrumenten en iedereen zong uit volle borst de Baskische liederen mee. Ik keek mijn oven uit. Ik kreeg een tekstboekje in mijn handen gedrukt en voordat ik het wist stond ik Baskische liedjes te kwelen. Nou ja, de melodietjes waren simpel, maar dat Baskisch kreeg ik heel moeilijk uit mijn strot! Maar wel harstikke leuk! De eigenaar van de bar gaat dan rond met tapas voor de muzikanten en daarna vertrekken ze naar de volgende bar.

Ik heb lekker gegeten en nu ga ik vroeg slapen, want ik ben doodop!

Baskisch bergland

Vandaag dus een autotochtje door het achterland van San Sebastian. Nou als ze me daar geblinddoekt ergens hadden neergezet en hadden gevraagd waar ik was had ik alle landen genoemd behalve Spanje. Het was net of ik door Oostenrijk of Zwitserland reed, alleen niet van die hoge bergen. Wel wegen met veel bochten, maar net geen haarspelden. Ook koeien en schapen in de wei. De boerderijen zijn wel karakteristiek. Gebouwen uit 1 stuk, waar de mensen en dieren onder 1 dak wonen i.v.m. de warmte in de winter.

De bergdorpjes zijn wel echt Spaans, nou ja Baskisch dan. Het woord Spaans uitspreken is hier toch nog steeds vloeken in de kerk. Overal wappert de Baskische vlag, alles staat alleen maar in het Baskisch geschreven. Nog steeds heel gevoelig allemaal. Op de terrasjes heb ik vooral geluisterd hoe dat Baskisch nou klinkt. Nou net als het schrift is er ook aan de uitspraak geen touw vast te knopen. Het lijkt totaal niet op Spaans! Ik vind ook dat hier opvallend veel mensen zijn met blond haar en blauwe ogen. Als je ze in het wild tegenkomt zou je nooit zeggen dat het Spanjaarden zijn. Nou dat zijn het dus ook niet.

Vanavond afscheid genomen van San Sebastian met nog een paar lekkere pintxos. Oh wat is het toch een gezellige stad met al die barretjes. Het was enorm druk.

Morgen ga ik verder naar het westen, richting Bilbao.

Vandaag geen foto’s. Want jullie zitten vast niet te wachten op plaatjes van alpenweiden met koeien! En die dorpjes kennen jullie nu ook wel!


Donostia ontdekken

Gisteren dus een dagje Donostia. (San Sebastian) Met de bus was ik in 10 minuten in het hart van de start. En wat voor een hart: een soort brede laan, die eindigde bij de zee. In het midden was een strook aangelegd met schitterende beplanting. Oh wat een lust voor het oog! Als hoge beplanting vooral canna’s en op de grond een zee van eenjarige plantjes zoals je die in Nederland ook in de tuincentra ziet. In de winter sneeuwt en vriest het hier, dus het moet elk jaar opnieuw ingeplant worden. Echt door de hele stad zag je die schitterende perken. Zoooo mooi. De hele stad doet zeer verzorgd aan. Een overzichtelijk stratenplan met allemaal brede lanen met een overvloed aan winkels. De brede lanen zijn te danken aan de vele branden die hier in het verleden zijn geweest. Al dan niet opzettelijk ontstaan. Alleen bij de zee is nog het gedeelte in tact. Alles is daar rondom de Plaza de Constitucion gebouwd. Dit is een langwerpig plein, wat vroeger voor stierenvechten werd gebruikt. Aan een van de korte kanten is het gemeentehuis gebouwd en aan de andere drie kanten zijn nu appartementjes. Vroeger waren dat de loges om naar het stierenvechten te kijken. Je kunt het nog zien aan de nummers boven de ramen. In de oude stad wemelt het van de pinxitos bars. Wat tapas zijn voor Zuid Spanje zijn pinxitos typisch voor het noorden. Het zijn stukjes stokbrood met van alles erop en daar een stokje doorheen. Of allerlei lekkers aan een stokje geregen. In Benidorm is ook zo’n tapas/pinxitosstraatje.

Deze stad staat ook bekend als cultureel Mekka. (meeste sterrenrestaurants van heel Europa) En dan natuurlijk die prachtige baai. Halfrond met aan de uiteinden een heuvel en in het midden een eilandje. Doordat het eilandje de golven breekt heeft het zand kans om neer te dalen en daardoor is hier een schitterend halfrond zandstrand ontstaan. Langs het strand is een prachtige boulevard gemaakt omzoomd met tamarisken. Ik heb dat nog nooit ergens gezien. Palmen groeien hier nauwelijks. Die zie je meestal langs boulevards, maar hier hebben ze dus gezocht naar iets wat mooi is en winterhard en toen zijn ze bij de tamarisk terecht gekomen. Ze hebben heel fijne takjes zoals je vroeger bij een bos anjers kreeg en zacht rose bloemetjes. Prachtig. De boulevard is om te wandelen, daarnaast een fietspad en daarnaast de weg. Na de weg is het wat heuvelachtig en daar hebben vorsten en andere notabelen hun buitenhuizen/paleizen in het verleden gebouwd. Tja als eentje daarmee begint komt de rest vanzelf. Je kijkt je ogen uit zulke mooie gebouwen als daar staan. Ze kwamen daar allemaal naartoe, omdat het in de zomer wat koeler was.

Ik ben de hele baai langs gewandeld. Ongeveer een uur. Niet te heet, dus heerlijk om te wandelen. Ik word altijd zo blij van de zee. Ik weet niet hoe dat komt. Ook thuis zie ik natuurlijk altijd de zee en dat verveelt me nooit. Aan het einde van de boulevard nam ik de tandradbaan de heuvel op. Daar had ik een schitterend uitzicht over de hele baai met tientallen dobberende bootjes, de mondaine strandpaviljoens en de zonnende mensen. Deze stad is echt een aanrader als je een weekje wilt relaxen. Je hebt hier alles op loopafstand bij de hand.

Tja en dan komen bij mij toch ook de beelden op van de ETA. Wat was dat toch een vreselijke tijd. Want ook die aanslagen gebeurden hier. Hier en daar zie je nog wel een gedenkteken voor omgekomen Baskische strijders. Het woord Eta wordt angstvallig vermeden. In de souvenirwinkels kun je baskische outfits kopen: rode baret en sjaal en witte blouse en broek. 

Misschien moest ik er wel extra aan denken, omdat ik pas een boek heb gelezen over de Baskische vrijheidsstrijd. Echt een aanrader. Het heet “Vaderland” van Fernando Aramburu. Het is een Baskische schrijver die schrijft over de verscheurdheid in dorpen en zelfs in gezinnen, waarbij het ene familielid wel bij de Eta is en het andere niet. Heel aangrijpend.

De dag afgesloten met lekkere pinxitos.

Ik weet niet of ik de foto’s ook in dit verhaal kan krijgen. Ik denk het eigenlijk niet. Dus maak ik steeds een aparte fotoserie.

Ik ga nu een tochtje maken door het heuvelachtige achterland.

Tot later!

Donostia

Afgelopen nacht heeft het behoorlijk geonweerd en geregend. Vanochtend was het lekker opgefrist. Ik heb heerlijk geslapen in mijn junior suite. Wat een luxe zo’n grote kamer met prachtige spullen. Allemaal echt Spaans, dus veel ebbenhouten kasten, tafels en ook het bed met een enorm houten achterkant, helemaal met figuren eruit gesneden. Brokaten gordijnen, het kon niet op.

Vanmorgen was het gelukkig weer droog. Ik ben eerst het sprookjespaleis gaan bezoeken. Ik lag voor openingstijd al voor de deur, dus ik was als eerste binnen. Nog seniorenkorting gekregen! Nou en toen konden we weer klauteren, van de ene toren in de andere. Behalve paleis was het ook een kasteel en vanuit de torens kon je van alle kanten de vijand zien aankomen. In die tijd woonden de koningen niet op een vaste plek, maar reisden rond. Spanje bestond in de 14de eeuw uit heel veel machtige koninkrijken, die elkaar constant bevochten. Eigenlijk zijn het 2 paleizen naast elkaar, want de koningin vond het oude kasteel te ouderwets, dus liet manlief ernaast een nieuw optrekje bouwen! Kijk, zo’n man wil ik ook nog wel!!!!

Het paleis was een van de meest luxueuze in heel Europa. Er zijn beschrijvingen van door bezoekers, die het bezocht hebben. Alles met bladgoud, prachtig houtwerk, geglazuurde tegeltjes, overal tapijten aan de wand en op de vloeren. Gigantische open haarden in elk vertrek. Aan het vertrek van de koningin grensde een schitterende tuin met sinaasappelbomen, een hangende tuin van 20 meter hoog, een volière met exotische vogels en een dierentuin met exotische beesten. Aangezien dit vertrek zich op de eerste verdieping bevindt, moest het geheel natuurlijk behoorlijk gestut worden. En inderdaad is er onder die tuin een schitterend vertrek gebouwd met allemaal kruisrib gewelven. Dat vertrek had dus alleen maar de functie van een stut! Nu hebben ze er een plankier in gemaakt, zodat ze er voorstellingen kunnen geven. Na een enorme brand is de totale inboedel verloren gegaan, helaas.

Daarna ben ik richting de Franse grens gereden voor een bezoek aan een beeldig vissersplaatsje Hondarribia. Ik moest door ontelbare tunnels rijden, want ik zat natuurlijk aan de Spaanse kant van de Pyreneeën. Het licht van de auto ging aan, want het was ontzettend mistig. Ik reed soms gewoon door de wolken en de temperstuur daalde naar 16 graden!

Gelukkig moest ik toen weer afdalen naar zeeniveau om het stadje te bezoeken. Het was zwaar bewolkt maar niet al te koud. Zo’n 25 graden. Wat een verschillen in temperatuur maak ik mee.

Het stadje was beeeeeeldig. Het is met niks te vergelijken. Allemaal fel gekleurde huisjes met balkonnetjes met bloembakken. Zooooo mooi! Ik was nu dus vanuit Navarra in Baskenland terecht gekomen. Jeetje wat een vreemde taal is dat. Er is werkelijk geen touw aan vast te knopen. Zulke vreemde woorden. Alles staat hier tweetalig in het Baskisch en in het Spaans. In de baai dobberden ontelbare vissersbootjes. Echt enig om te zien.

Toen door naar het volgende beeldige vissersdorpje: Pasai Donibani. Dwars door het oeroude stadje loopt een heel brede rivier naar de Atlantische Oceaan. Dus overal pruttelden bootjes en boten voorbij. Ook zo gezellig met van die kleine pleintjes waar de huisvrouwen na het boodschappendoen even met elkaar zaten te klessenbessen. Kindertjes, die aan het voetballen waren met een visnet tussen de doelpalen. Ik zag allemaal mannen en vrouwen een huis binnen gaan. Het bleek het plaatselijke zangkoor te zijn. Ik heb even staan luisteren, het klonk heel mooi.

Daarna naar mijn overnachtingsadresje in Donostia. Zo noemen de Basken hun stad San Sebastian.

Lang leve de GPS! Oh wat is dat toch handig. Ik had het adresje anders nooit gevonden. Het is in een nieuwbouwwijk aan de rand van de stad. Ik heb dat expres gedaan, omdat er parkeergelegenheid bij is en een bushalte voor de deur. Ik heb een enorm appartement tot mijn beschikking. Prachtig ingericht, alles gloednieuw. De schoonmaakster stond me op te wachten om me de sleutel te geven. Nou hier houd ik het wel 3 nachten uit!

Morgen ga ik Donostia verkennen.







Heet - heter - koud!!!

Nou, vanochtend om 8.30 uur vertrokken. Het was toen al 32 graden, dus best wel lekker om naar wat koelere streken af te reizen. Ik heb geen moeite met die warmte, maar je kunt niet zo heel doen. Beetje hangen, beetje slapen, beetje drinken.

Het is de eerste keer dat ik alleen met de auto op vakantie ga. 25 jaar lang gingen we met z’n vieren. Mijn lieve Jan was een meester in het inpakken van de auto. Als je die zooi naast de auto zag staan, dan kon je niet geloven dat dat allemaal mee kon. Maar na hoor, het lukte ieder jaar weer. Nu was het natuurlijk een fluitje van een cent om alles erin te kwakken. Ik had zelfs nog een jasje meegenomen en mijn wandelschoenen. Geen probleem!!!

Eerst naar het noorden tot voorbij Valencia. Dat was nog bekend gebied voor mij: die heerlijke uitzichten op de azuurblauwe zee, de uitbundig bloeiende oleanders in de middenberm van de weg in alle tinten rose en rood, de grasgroene rijstvelden voor die heerlijke paellarijst, de onafzienbare oranje sinaasappelplantages, echt schitterend.

Daarna moest ik afslaan richting Zaragoza. Ik reed nu in de provincie Aragon. Later in Navarra. Ik vind dat zo leuk om die plekken te bezoeken. Het zijn allemaal machtige historische namen in de geschiedenis van Spanje. Wij in Nederland hebben er ook het nodige van meegekregen in de geschiedenisles! Ferdinand van Aragon met Isabella van Castilië, wie kent ze niet!?

Eerst onderweg even koffie gedronken, de auto uit en WHAM!! De hitte sloeg in mijn gezicht! Het was hier i.p.v. koeler nog veel heter dan bij mij. Het hele terras van de koffieplek was leeg. Iedereen zat binnen!!! Het was niet te harden buiten. Nou dat wil voor mij wat zeggen!!!

Daarna een stop in het Middeleeuwse Teruel, bekend om de schitterende gebouwen in Mudejar stijl. Ik ben helemaal weg van die stijl: een combinatie van moslim en christelijke architectuur. Veel boogjes, torentjes en gebruik van geglazuurde tegeltjes. Welgemoed begon ik mijn wandeling door de nauwe straatjes en steegjes met de zo kenmerkende hobbelkeitjes, maar oh wat was het heet!!! Zo rond de 42 graden!!!! Er stond een harde wind, die als een föhn op standje 4 in je gezicht blies!! Niet te doen gewoon. Dus toch maar weer naar binnen gevlucht met een koel drankje. Daarna weer verder in de auto. Lang leve de airco!!!!

Langzaamaan veranderde het landschap: de prachtige oleanders waren verdwenen. Nu stonden er uitgebloeide bremstruiken in de middenberm en later helemaal niks meer! Wat een kale bende! Ik reed over een hoogvlakte op ongeveer 1200 meter. Je hebt helemaal niet in de gaten dat je zo omhoog gaat.

Het was heerlijk om eens lekker te kunnen gassen. Ik ben geloof het hele jaar nog niet boven de 70 kilometer geweest! Dus af en toe even lekker plankgas gescheurd. Heerlijk! Maar ja daarna heb ik toch maar keurig de cruise control aangezet, want een bekeuring is ook zonde!

Ik kwam langs Bardenas Reales een soort woestijngebied, waar elk ogenblik John Wayne ( God hebbe zijn ziel!) om de hoek zou kunnen verschijnen of Rooie Roggers, weet je nog van die kauwgum plaatjes??? En ik hoorde steeds die song van the good, the bad and the ugly!!!

Veel gebieden zijn totaal verpest door al die windmolens en al die velden met zonnecollectoren. Zal wel nodig zijn, maar ik vind het horizonvervuiling!!

Ik kwam al een beetje in de buurt van Pamplona en ik vond het tijd om een overnachtingsplekje te gaan zoeken. Dus mijn telefoon gepakt om een hotelletje in de buurt te spotten. Wat denk je? LEEG!!!!!!!!!

Onbegrijpelijk, ik had hem helemaal niet gebruikt onderweg, want ik wist hoe ik moest rijden en toch leeg. Ik heb het aan mijn zoon Leander gevraagd of hij wist hoe dat kwam. Hij wist het ook niet. Nou ja, dan maar op de bonnefooi als er langs de kant van de weg een bord met een bed zo komen. Dat zie je heel veel.

Ik kwam langs het plaatsje Olite en daar stond een reclamebord van een Parador daar. Paradores zijn staatshotels, die altijd gevestigd zijn op supermooie plekken en in supermooie gebouwen zoals kloosters, kastelen en zo. Het was altijd al een droom om daar eens te logeren, maar ja die prijzen zijn ver boven mijn budget! (Zo rond de €150,00 per nacht) Ik had geen zin om verder te zoeken dus ben ik toch maar naar dat stadje gereden.

Een werkelijk adembenemend mooi stadje. Helemaal ommuurd, uit de dertiende eeuw met een giga sprookjesachtig kasteel met allemaal torentjes. Zo’n beetje als die prachtige kastelen aan de Loire. In een deel was een Parador gevestigd.

Maar oh toen ik uit de auto stapte was het STERVENSKOUD!!!!! Een keiharde wind en het was zo rond de 25 graden. Nee niet lachen, dat voelde echt koud als je al weken 35 graden gewend bent. Wat een contrast met een paar uur daarvoor. Dus ik heb nu voor het eerst weer eens een jasje aan gehad en een spijkerbroek!!!!!!

Toen ik door de stadspoort het dorpje binnenliep zag ik in een steegje een heel mooi uithangbord van een schattig hotelletje. Ik ben dus niet in de Parador beland, maar in hotel Merindad. Ik heb een beeld van een kamer, wat heet, een junior suite met een soort speelweide als bed!!! en voor de helft van de prijs van de parador kamer!

Nou het is alweer een heel verhaal geworden. Nu lekker slapen en morgen naar San Sebastian.